De macroalg, of het zogenaamde ‘zeewier’ dat we kennen van het nori sushi velletje, heeft een klein broertje: de microalg. Deze eencellige microscopische organismen worden onder meer gebruikt als natuurlijke blauwe kleurstof in snoep en worden geconsumeerd als voedingssupplement omwille van onder andere de omega vetzuren. Daarnaast worden microalgen steeds vaker erkend als functionele ingrediënten die kunnen worden toegevoegd aan bakproducten, dranken, pasta en andere voedingsmiddelen. Ondanks de groeiende beschikbaarheid van microalgenproducten op de markt, blijven deze producten in het Westen nog relatief onbekend en onbenut. 

Vormen de groene kleur en de verwachte zeeachtige smaak een drempel voor de Vlaamse consument? Die vraag werd door het Expertisecentrum Duurzaam Ondernemen en Digitale Innovatie van Thomas More Mechelen voorgelegd aan een steekproef van 1200 Vlamingen.

Voor welke voedingsproducten is er aankoopbereidheid bij de consument? Wat zijn mogelijke drempels? Of wat kan de consument motiveren om dit soort producten te consumeren? Met de inzichten uit het onderzoek kunnen marketeers aan de slag om algenproducten via de juiste marketingstrategie bij de geïnteresseerde consumentensegmenten aan te prijzen.

 
Of nieuwe producten geadopteerd worden door de consument begint met kennis. Op dit moment heeft ongeveer 58% van de Vlamingen al eens gehoord over microalgen, maar het ontbreken van diepgaandere kennis wordt als één van de bekommernissen naar voor geschoven, en als reden om voorlopig nog geen algenproduct te kopen. Onduidelijkheid over de echte smaak, is vooral bij de traditionele consumenten een drempel, die eerder conservatief zijn in hun voedingsaankopen. Dit segment kunnen we benoemen als ‘de veilige smaakzoeker’ (47% van de steekproef) en staat het meest open voor klassieke producten waar algen aan toegevoegd worden, namelijk deegwaren, eieren (van kippen die met microalgen verrijkt voeder hebben gekregen) en olie. Dit segment laat zich ook wat afschrikken door de kleur van de algenproducten. Hoewel ze minder dan gemiddeld geneigd zijn om in hun toekomstige voedingsgewoonten meer ‘plantaardige’ keuzes te maken, kunnen proevertjes in hun vertrouwde supermarkt deze consument over de streep trekken.

De meer sportieve ‘progressieve foodie’ (32% van de steekproef) voelt zich het meest aangetrokken tot de proteïnerepen en wil wel eens visburgers verrijkt met microalgen uittesten, tenminste als de smaak niet te dominant is en de textuur niet verschilt van wat ze gewoon zijn. Zij willen weten wat het proteïnegehalte is en zijn bereid ook meer te betalen voor producten zoals superfoodpoeder (microalgen in poedervorm om in shakes te verwerken). Deze foodie koopt vaak online en laat zich graag inspireren door social media influencers.

Het derde segment, ‘de vitale veggie’ (21% van de steekproef), staat het meest open voor meer gewaagde algenproducten zoals algenijs en andere zuivelproducten waar microalgen in verwerkt kunnen worden (kaas, yoghurt), maar ook een vegetarische spread (broodbeleg) zou aanslaan bij deze doelgroep. Een erkend biolabel is echter een must voor deze consumenten. Zij gaan actief op zoek naar informatie over het productieproces, en zijn sterk gemotiveerd door de gezondheidsvoordelen en kwaliteitsverbeteringen die microalgen met zich meebrengen. Zij zijn ook bereid om meer te betalen (vooral voor kaas, eieren, brood, deegwaren, koekjes en huisdierenvoeding) omwille van de verhoogde voedingswaarde en laten zich helemaal niet afschrikken door de smaak. Dit segment is vertrouwd met de korte keten en koopt regelmatig rechtstreeks van de boer, maar zal ook in de supermarkt naar dit soort producten zoeken.

 
In tegenstelling tot andere proteïnebronnen zoals insecten, schrikken microalgen de Vlaming minder af. Voor de algentelers is het belangrijk om informatie over de smaak, gezondheidsvoordelen, en de veiligheid van het productieproces actief bekend te maken bij het brede publiek.